zorgmedewerkers praten en lachen met elkaar
Onderzoek

Interesse in zorg: welke trends zien we?

Wij onderzochten in hoeverre een interesse in zorgen voor anderen zich ook vertaalt naar interesse in zorggerelateerde opleidingen.

Wij onderzochten onder ruim 360.000 scholieren in hoeverre hun interesse in zorgen voor anderen zich ook vertaalt naar interesse in zorggerelateerde opleidingen. Lees snel verder voor het uitgebreide resultaat van dit onderzoek!

Inleiding

In het schooljaar 2023-2024 was er een afname te zien in het aantal hbo-studenten dat begon aan een opleiding in de sector zorg en welzijn[i]. Dat is slecht nieuws in een tijdperk waarin het personeelstekort in de zorgsector steeds harder toeneemt[ii]. Met name in verpleeg- en verzorgingstehuizen zijn de tekorten groot. Er is vooral veel vraag naar verpleegkundigen met een mbo- of hbo-opleiding. De zorgsector is de tak met de meeste banen in Nederland en 80% van de banen in deze sector wordt door vrouwen vervuld[iii]. Het is daarom belangrijk om meer jongeren te enthousiasmeren voor het werk in de zorg, en om daarna te zorgen dat ze hier ook blijven werken. Daarnaast is het wenselijk om een betere verdeling te krijgen in de zorg tussen mannen en vrouwen.

Binnen de lesmethode van Qompas begeleiden we leerlingen bij het maken van hun profiel- en studiekeuze. Dit doen we aan de hand van een online lesmethode waarin scholieren antwoord zoeken op de vragen ‘Wie ben ik?’, ‘Wat wil ik?’, en ‘Wat kan ik?’. In de methode verzamelen we ook data over de interesses van scholieren op het gebied van studeren en beroepsgroepen. Met deze data doen we onderzoek naar de nieuwe generatie studiekiezers. Zo onderzoeken we of studiekiezers door de jaren heen anders gedragen en oriënteren ten opzichte van eerdere generaties.

In de methode vragen we studiekiezers onder andere of zorgen voor andere mensen hen aanspreekt. Hoe is de interesse voor het zorgen voor anderen de afgelopen jaren ontwikkeld? Is deze interesse ook terug te zien in het oriëntatiegedrag van scholieren? En liggen deze trends in lijn met het afnemende aantal aanmeldingen voor zorg-gerelateerde opleidingen? Je leest het in het uitgebreide resultaat van dit onderzoek naar de volgende generatie studiekiezers.

 

Methode

De data in dit onderzoek gaan terug tot 2009. In totaal hebben 168.722 havisten (46,8%) en 192.541 vwo’ers (53,3%) (zie Tabel 5) uit klas 3 de stelling “Het helpen en verzorgen van andere mensen spreekt mij erg aan” beoordeeld. De steekproef bestaat voor 47,5% uit mannen en voor 52,5% uit vrouwen, wat betekent dat de steekproef representatief is voor de algemene populatie van havisten en vwo’ers[iv].

 

De stelling “Het helpen en verzorgen van andere mensen spreekt mij erg aan” wordt voorgelegd in de profielkeuzetest. Deze test maken scholieren om uit te vinden welk van de schoolprofielen het beste bij ze past. Scholieren beantwoorden deze stelling op een schaal van ‘zeer mee eens (++)’ tot ‘zeer mee oneens (--)’. Voor deze analyse voegen we de antwoorden van de scholieren die ‘++’ en ‘+’ antwoorden samen, om te bepalen welk percentage van de scholieren interesse heeft in het verzorgen van andere mensen.

Resultaten

Gemiddeld geeft in 46% van de havisten en 48% van de vwo’ers door de jaren heen aan dat zorgen voor anderen hen aanspreekt, Figuur 1. Voor beide niveaus geldt dat dit percentage door de jaren heen toeneemt.

Vrouwen geven vaker aan dat het verzorgen van anderen hen leuk lijkt dan mannen. Onder zowel havisten als vwo’ers is een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen te zien. Gemiddeld beoordeelt door de jaren heen 30% van de mannelijke havisten de stelling positief, tegenover 63% van de vrouwelijke havisten. Voor de vwo’ers gaat het om gemiddeld 33% van de mannen, en gemiddeld 64% van de vrouwen.

Onder zowel mannen als vrouwen neemt de interesse in zorgen voor anderen toe. Onder mannelijke havisten stijgt deze interesse met 14 procentpunt, van 24% in 2009 naar 38% in 2025. Voor vrouwelijke havisten is er een stijging van 9 procentpunt te zien, van 58% in 2009 naar 67% in 2025. Onder de vwo’ers is een vergelijkbaar patroon te zien: de interesse van mannen stijgt met 14 procentpunt van 26% in 2009 naar 40% in 2025. Voor vrouwen is er een toename van 10 procentpunt, van 58% in 2009 naar 68% in 2025. Dit betekent dat er in alle groepen sprake is van een toename, en dat deze toename groter is onder de mannelijke havisten en vwo’ers.

 

"Het helpen en verzorgen van anderen spreekt mij erg aan."

Figuur 1 Scholieren die het (zeer) eens zijn met de stelling:

Figuur 1 Scholieren die het (zeer) eens zijn met de stelling: "Het helpen en verzorgen van andere mensen spreekt mij erg aan".

Hoewel het ‘verzorgen van anderen’ niet hetzelfde is als werken in de zorg, kunnen deze resultaten wel indirect wijzen op een toename van interesse in het vakgebied. Om dit verder in kaart te brengen, kijken we ook naar het oriëntatiegedrag van de studiekiezers.

In de lesmethode wordt scholieren ook gevraagd met welke interessegebieden ze later iets willen doen. Ze krijgen de vraag ‘later wil ik iets met…’ voorgelegd, die ze vervolgens beantwoorden aan de hand van een lijst met 40 interesses. Op deze manier oriënteren scholieren zich op verschillende richtingen en welk profiel hierbij past.

Voor de scholieren in het schooljaar 2024-2025 hebben we deze interesses afgezet tegen de interesse in zorgen voor anderen. Hierbij zien we opnieuw verschillen tussen mannen en vrouwen.

Mannelijke havisten met een interesse in het zorgen voor anderen geven niet vaker aan iets met zorg en welzijn te willen doen dan mannelijke havisten zonder deze interesse, Tabel 1.

Bij vrouwelijke havisten zien we dit patroon wel: zorg en gezondheid staat bij vrouwen met interesse in het verzorgen van anderen bovenaan, en sociaal werk en hulpverlening op de vierde plek. Bij havo-vrouwen zonder deze interesse komen deze interesses niet terug in de top-5.

Het willen helpen en verzorgen van anderen vertaalt zich bij mannen dus niet in een interesse om hier beroepsmatig iets mee te gaan doen.

 

Tabel 1 Top-5 interesses van havisten die in het schooljaar 2024-2025 de 'later wil ik iets met...'- vraag hebben beantwoord

Bij mannelijke vwo’ers met een interesse in het verzorgen van anderen staat zorg en gezondheid op plek 5, Tabel 2. Bij mannen zonder interesse in zorgen voor anderen komt zorg en gezondheid niet terug in de top-5. Deze interesse in zorg komt dus wel terug in de iets met-vraag, maar niet heel sterk. Er zijn dus andere interesses die zwaarder wegen.

Bij vwo-vrouwen met interesse in zorgen voor anderen staat zorg en gezondheid om nummer 1, en sociaal werk en hulpverlening op nummer 5. Bij vwo-vrouwen zonder interesse in zorgen voor anderen zien we deze interesses niet terug in de top-5.

Tabel 2 Top-5 interesses van vwo'ers die in het schooljaar 2024-2025 de 'later wil ik iets met...'- vraag hebben beantwoord

In de lesmethode kunnen scholieren zich oriënteren op verschillende studies. Door dit oriëntatiegedrag te koppelen aan de antwoorden op de vragen in de methode, kunnen we zien in welke mate scholieren die aangeven dat het verzorgen van anderen ze aanspreekt, zich ook oriënteren op zorg-gerelateerde studies. Voor deze analyse hebben we gekeken naar het oriëntatiegedrag van scholieren van de afgelopen drie schooljaren.

Vrouwelijke havisten met interesse in het verzorgen van anderen, oriënteren zich meer op zorg-gerelateerde opleidingen dan vrouwelijke havisten zonder deze interesse, Tabel 3: vrouwen met interesse oriënteren zich het meest op de Opleiding tot Verpleegkundige, Toegepaste Psychologie en Geneeskunde. Deze opleidingen komen niet terug in de top-5 van vrouwelijke havisten zonder interesse in het verzorgen van anderen.

Bij mannelijke havisten is dit effect minder sterk. Bij havisten met interesse in het verzorgen van anderen staat de Opleiding tot Verpleegkundige op de vierde plek. Deze studie is dus populairder onder mannen met een interesse in zorgen voor anderen.

De interesse in het helpen en verzorgen van anderen is dus vooral bij vrouwen terug te zien in hun oriëntatiegedrag, maar een stuk minder bij mannen.

 

Tabel 3 Top-5 studies waar havisten zich op hebben georiënteerd

 

Bij zowel mannelijke als vrouwelijke vwo’ers met interesse in het verzorgen van anderen, is Geneeskunde de populairste studie Tabel 4. Bij zowel mannelijke als vrouwelijke vwo’ers zonder interesse in zorgen voor anderen staat deze studie op de vierde plek. Ook staat bij de mannelijke vwo’ers met interesse in zorgen voor anderen Psychologie op de tweede plek. Bij mannelijke vwo’ers zonder interesse in zorgen voor anderen komen er verder geen zorg gerelateerde opleidingen terug in de top-5.

Bij vrouwelijke vwo’ers met interesse in het verzorgen van anderen komen naast Geneeskunde ook Psychologie, Diergeneeskunde en Psychobiologie terug in de top-5.

 

Tabel 4 Top-5 studies waar vwo'ers zich op hebben georiënteerd

Conclusies

In deze analyse hebben we gezien dat gemiddeld 46% van de havisten en 48% van de vwo’ers aangeeft dat het verzorgen en helpen van anderen hen aanspreekt. Er is een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen: onder zowel havisten als vwo’ers tonen vrouwen twee keer zo vaak interesse dan mannen. Dit is in lijn met het feit dat 80% van de beroepen in de zorg wordt vervuld door vrouwen[v].

De resultaten uit dit onderzoek laten zien dat vrouwelijke havisten met een interesse in het verzorgen van anderen zich vaker oriënteren op zorg-gerelateerde opleidingen. Bij mannelijke havisten is dit echter niet het geval. Zowel mannelijke als vrouwelijke vwo’ers met interesse in de zorg oriënteren zich het vaakst op geneeskunde: dit is bij vwo’ers zonder interesse in het verzorgen van anderen niet het geval. Met name bij de mannelijke havisten zit dus een grote kans voor de sector. Een manier om het oplopende personeelstekort aan te pakken, is dus om meer mannen te enthousiasmeren voor zorg-gerelateerde beroepen. Aangezien de interesse in zorg er wel degelijk is, is een belangrijke vraag om hierbij te stellen welke barrières zij ervaren om echt enthousiast te worden over dit beroep. Ook het beeld van de sector kan hierbij een rol spelen. Hoewel de sector Zorg en Welzijn sinds de coronacrisis bij veel mensen een positiever imago heeft gekregen, is dit bij jongeren onder de 25 jaar niet zozeer het geval. Ook zijn ze minder vaak geïnteresseerd in ouderenzorg, maar wel in werken in ziekenhuizen of de jeugdzorg[vi]. Verder onderzoek naar deze eventuele barrières en het beeld van de sector onder deze groep kan dus helpen om manieren te vinden om meer scholieren enthousiast te maken voor een baan in de sector Zorg en Welzijn.

Een positief resultaat uit dit onderzoek is dat de interesse in het verzorgen van mensen onder zowel mannelijke als vrouwelijke havisten en vwo’ers aan het stijgen is. De vraag is nu dus hoe met name de mannen overgehaald kunnen worden om deze interesse ook te laten leiden tot concrete interesse in een gerelateerde opleiding.

Beperkingen

Hieronder bespreken we enkele beperkingen van dit onderzoek en de mogelijke gevolgen daarvan op de resultaten en conclusies.

Ten eerste bevat onze dataset alleen scholen die de Qompas LOB-lesmethode gebruiken. Dit kan leiden tot een vertekend beeld, omdat de landelijke verdeling van scholen niet exact overeenkomt met onze steekproef. Ook kan het type school dat werkt met de lesmethode afwijken van het representatieve beeld van alle Nederlandse middelbare scholen.

Ten tweede is dit deel van de Qompas lesmethode niet beschikbaar voor het vmbo. Dit onderzoek richt zich daarom alleen op havisten en vwo’ers. Voor een vollediger beeld van alle middelbare scholieren is aanvullend onderzoek nodig.

Ook zijn de gegevens uit dit onderzoek self reported data, waardoor er een risico bestaat op wenselijke antwoorden.

Ten slotte zien we dat de respons van de jaren 2009 tot en met 2012 onder het gemiddelde aantal antwoorden per jaar ligt, Tabel 5. Het gemiddeld aantal scholieren dat de vraag heeft ingevuld ligt op 9.925 (havo) en 11.326 (vwo). Dit houdt in dat deze jaren gevoeliger zijn voor afwijkingen in de antwoorden. De jaren 2013 tot 2024 liggen dichter bij het gemiddelde en vormen daarom een representatiever beeld van de algemene populatie. 

 

Bijlage

Tabel 5 Respons per jaar

 

Bronvermelding

 

[i] CBS, ‘Minder nieuwe studenten verpleegkunde en verzorgende’, 21-5-2024. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/21/minder-nieuwe-studenten-verpleegkunde-en-verzorgende (gebruikt op 17-07-2025).

[ii] NOS, ‘Tekorten zorgpersoneel nemen sneller toe, ‘hoogste prioriteit’ minister Agema’, 17-12-2024. https://nos.nl/artikel/2548636 (gebruikt op 17-07-2025).

[iii] CBS, ‘Zorg en welzijn bedrijfstak met grootste aandeel vrouwen’, 28-08-2024. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/35/zorg-en-welzijn-bedrijfstak-met-grootste-aandeel-vrouwen (gebruikt op 17-07-2025).

[iv] CBS, ‘Vo; leerlingen, onderwijssoort in detail, leerjaar 23/24’, 07-03-2025. https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85379NED/table?ts=1728997817016 (gebruikt op 17-07-2025).

[v] CBS, ‘Zorg en welzijn bedrijfstak met grootste aandeel vrouwen’, 28-08-2024. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/35/zorg-en-welzijn-bedrijfstak-met-grootste-aandeel-vrouwen (gebruikt op 17-07-2025).

[vi] Motivaction, ‘Imago-onderzoek Zorg & Welzijn’, 01-09-2020. https://viazorg.nl/sites/default/files/inline-files/Z8632%20Rapportage%20imago-onderzoek%20zorg%20en%20welzijn%202020%20versie%201%20september.pdf. (Gebruikt op 26-08-2025.