Gen-Z en geloof: welke trends zien we?
Hoewel er in Nederland al jaren sprake is van ontkerkelijking, zijn Gen-Z'ers steeds vaker gelovig. Zien wij deze trend ook terug in onze data?
Hoewel er in Nederland al jaren sprake is van ontkerkelijking, geven Gen-Z'ers steeds vaker aan gelovig te zijn. Zien wij deze trend ook terug in onze data? Lees snel verder voor de resultaten van dit onderzoek!
Inleiding
Al jaren is er in Nederland sprake van ontkerkelijking. Inmiddels geeft minder dan de helft van de Nederlanders aan gelovig te zijn[i]. Deze daling vindt vooral plaats onder katholieken. Ondanks deze dalende trend, gebeurt er onder jongeren het tegenovergestelde: onder Gen-Z’ers (jongeren geboren tussen 2001 en 2007) geven steeds meer jongeren aan wél gelovig te zijn[ii]. In een tijdperk waarin steeds minder mensen zichzelf gelovig noemen, is dat een opvallende trend.
Gen-Z is de generatie die geboren werd na Generatie Y (beter bekend als millenials, met een geboortejaar tot 2000). Afhankelijk van de bron wordt Gen-Z afgebakend met een geboortejaar tussen 2000 en 2007, of 2000 en 2015. Kinderen die tot deze generatie behoren worden omschreven als digital natives. Ze zijn opgegroeid in het digitale tijdperk, maar ook in tijden van grote onzekerheid (klimaatcrisis, coronapandemie en conflicten in de wereld). Diversiteit en duurzaamheid zijn voor deze generatie belangrijke thema’s, en deze jongeren zijn vaker politiek betrokken[iii].
In opdracht van KRO-NCRV wordt door de VU sinds 1966 elke tien jaar onderzocht hoe Nederlanders tegenover het geloof staan. De editie van dit jaar laat voor het eerst zien dat Gen-Z, ofwel de Nederlanders die na het jaar 2000 zijn geboren, vaker aangeven dat ze gelovig zijn dan de generatie voor hen (millenials). Wij onderzochten of scholieren de afgelopen jaren hetzelfde patroon lieten zien. Zijn de scholieren in onze database het geloof ook belangrijker gaan vinden?
Methode
De data in dit onderzoek gaan terug tot 2019. In ons onderzoek zijn de antwoorden van 155.773 havisten en vwo’ers uit leerjaar 3 meegenomen (zie Tabel 1). Onze steekproef bestaat voor 48% uit mannen en voor 52% uit vrouwen, wat betekent dat deze representatief is voor de algemene populatie havisten en vwo’ers[iv].
De stelling “ik vind het geloof belangrijk” wordt voorgelegd in de competentietest. In deze test beantwoorden scholieren vragen om na te denken over wat hun competenties en valkuilen zijn. De stelling kan beantwoord worden op een schaal van ‘zeer mee eens (++)’ tot ‘zeer mee oneens (--)’. Voor het analyseren van deze stelling hebben we de antwoorden van de scholieren die ‘++’ en ‘+’ hebben geantwoord samengevoegd. Vervolgens kijken we welk percentage van de scholieren aangeeft het geloof belangrijk te vinden.
Resultaten
Gemiddeld geeft tussen 2019 en 2025 34% van de scholieren aan het geloof belangrijk te vinden. Havisten zeggen dit vaker dan vwo’ers. Gemiddeld zegt 37% van de havisten en 31% van de vwo’ers dat het geloof voor hen belangrijk is.
Het percentage scholieren dat het geloof belangrijk vindt is de afgelopen jaren gestegen, Figuur 1. In 2019 vond gemiddeld 29% van de scholieren het geloof belangrijk. In 2025 is dit percentage met 14 procentpunt gestegen naar 43%. Onder havisten steeg dit percentage met 16 procentpunt naar 47% in 2025. Onder vwo’ers was een stijging van 13 procentpunt te zien, naar 39% in 2025.
Onder mannelijke havisten is het aantal scholieren dat het geloof belangrijk vindt het hardst gestegen: in 2019 beantwoordde 30% van deze groep de stelling positief, in 2025 was dit 48%. Dit is dus een stijging van 18 procentpunt. Onder vrouwelijke havisten nam dit percentage toe met 15 procentpunt. Onder mannelijke vwo’ers steeg het percentage scholieren dat het geloof belangrijk vindt met 14 procentpunt naar 39% in 2025. Tot slot nam bij de vrouwelijke vwo’ers dit percentage het minste toe: dit steeg met 11 procentpunt van 28% in 2019 naar 39% in 2025.
Dit betekent dat de scholieren die zijn meegenomen in dit onderzoek dezelfde trend laten zien die werd waargenomen in het onderzoek van de VU eerder dit jaar. Wel is het percentage respondenten dat zichzelf gelovig noemt in onze data hoger: gemiddeld 43% tegenover 27% in het onderzoek van de VU.
"Ik vind het geloof belangrijk"
Conclusies
In het onderzoek ‘God in Nederland’, uitgevoerd door de VU in samenwerking met de KRO-NRCV laten Gen-Z’ers voor het eerst zien vaker gelovig te zijn dan de generatie voor hen (millenials). Ook in ons onderzoek is een stijgende lijn te zien onder scholieren die zijn geboren tussen 2004 en 2010: zij geven steeds vaker aan het geloof belangrijk te vinden.
Onder havisten en vwo’ers zijn duidelijke verschillen te zien. Gemiddeld geven 37% van de havisten aan het geloof belangrijk te vinden, tegenover 31% van de vwo’ers. Door de jaren heen nemen de verschillen tussen deze twee groepen toe: in 2019 bedroeg het verschil 5 procentpunt, in 2025 was dit gestegen naar 8 procentpunt. Het CBS constateerde dat groepen met een hoger opleidingsniveau zich minder vaak als religieus omschrijven[v]. Van de mensen die bijvoorbeeld het basisonderwijs of vmbo hebben afgerond, is zo’n 48% niet religieus. Onder hbo’ers of universitair geschoolden bedraagt dit percentage 62%. Waar het CBS havisten en vwo’ers nog onder één groep schaart, suggereert onze data dat tussen deze niveaus ook al een verschil is.
De onzekerheid waar deze generatie nu mee te maken krijgt, lijkt een reden te zijn voor jongeren om het geloof weer op te zoeken. In een tijd met veel onduidelijkheid en spanningen in de wereld (zoals een klimaatcrisis, coronapandemie en grote conflicten in meerdere landen) zijn jongeren op zoek naar standvastigheid[vi]. Daar komt bij dat religie tegenwoordig niet meer dezelfde ‘ouderwetse’ vormen aan hoeft te nemen die het vroeger had. Een zondagse kerkdienst hoeft niet meer standaard onderdeel te zijn van het leven. Op TikTok en Instagram zijn bijvoorbeeld veel christelijke influencers waar jongeren zich tot wenden.
Verder onderzoek moet uitwijzen of de toenemende mate van gelovige jongeren ook doorzet bij de volgende generatie (generatie Alpha).
Beperkingen
In deze sectie bespreken we enkele beperkingen van dit onderzoek en de mogelijke gevolgen daarvan op de resultaten en conclusies.
Deze dataset bevat alleen scholen die de Qompas LOB-lesmethode gebruiken. Dit kan leiden tot een vertekend beeld. Relatief veel scholen die met Qompas werken hebben een christelijke achtergrond. Een deel van de stijging zou hierdoor verklaard kunnen worden.
Daarnaast is dit deel van de Qompas lesmethode niet beschikbaar voor het vmbo. Dit onderzoek richt zich daarom alleen op havisten en vwo’ers. Voor een vollediger beeld van alle middelbare scholieren is daarom aanvullend onderzoek nodig.
Tot slot kan op basis van deze data niet vastgesteld worden of scholieren door hun geloof ook beïnvloed worden in hun studiekeuze. Om te kunnen concluderen dat zij bijvoorbeeld vaker voor een christelijke onderwijsinstelling kiezen, is aanvullend onderzoek nodig.
[i] NOS, ‘Ontkerkelijking zet door: de kerk vergrijst, maar de moskee niet’, 17-05-2024. https://nos.nl/artikel/2520764 (Gebruikt op 17-07-2025).
[ii] KRO-NCRV, ‘Geloof in God is weer hip: Gen-Z’ers hunkeren naar zingeving’, 30-04-2025. https://kro-ncrv.nl/programmas/the-passion/geloof-in-god-is-weer-hip-gen-zers-zingeving (Gebruikt op 17-07-2025).
[iii] Youngworks, ‘De Generatietijdlijn, van Boomer tot Generatie Z’, 06-12-2021. https://youngworks.nl/blog/de-generatietijdlijn-van-boomer-tot-generatie-z/ (Gebruikt op 08-08-2025).
[iv] CBS, ‘Vo; leerlingen, onderwijssoort in detail, leerjaar 23/24’, 07-03-2025. https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85379NED/table?ts=1728997817016 (gebruikt op 01-08-2025).
[v] CBS, ‘Religieuze betrokkenheid in Nederland’, 07-04-2023. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2023/religieuze-betrokkenheid-in-nederland/4-religieuze-betrokkenheid-naar-achtergrondkenmerken. (Gebruikt op 05-08-2025).
[vi] KRO-NCRV, ‘Geloof in God is weer hip: Gen-Z’ers hunkeren naar zingeving’, 30-04-2025. https://kro-ncrv.nl/programmas/the-passion/geloof-in-god-is-weer-hip-gen-zers-zingeving (Gebruikt op 17-07-2025).

